○ Content uit een ander systeem afspelen in aNewSpring middels LTI 1.3 (Platform)
Dit artikel gaat over het afspelen van externe content in aNewSpring via LTI 1.3. Wil je externe content afspelen via LTI 1.1, raadpleeg dan dit artikel.
LTI staat voor Learning Tools Interoperability en is een standaard waarmee cursussen, die gemaakt zijn in een bepaalde tool of leersysteem, elders kunnen worden afgespeeld.
Welke rollen heb je nodig?
Omgevingsbeheerder: voor het aanmaken en beheren van de LTI 1.3 configuratie.
Ontwerper: voor het aanmaken en inrichten van de externe activiteit in de template.
1) Maak een LTI 1.3 configuratie aan
Het maken van een LTI 1.3 configuratie vereist acties vanuit aNewSpring én de tool provider (het externe systeem waarvan je content gaat afspelen).
Om een koppeling te kunnen maken met een extern systeem en om externe content in aNewSpring af te kunnen spelen, is het aanmaken van een LTI 1.3 configuratie noodzakelijk.
Omgevingsbeheerders kunnen via de tab in de leeromgeving een nieuwe LTI 1.3 configuratie aanmaken. Klik hiervoor op de knop. Voor het afspelen van externe content in aNewSpring, moet een LTI 1.3 configuratie worden aangemaakt via de LTI Platform tab.
Klik op deze tab en klik vervolgens op de knop om een nieuwe configuratie aan te maken:
Geef de LTI configuratie een naam en vul de Openbare sleutelset-URL en Aanmeldings-URL initiëren velden in en klik vervolgens op Creëer en toon instellingen:
De tool provider moet de Openbare sleutelset-URL en Aanmeldings-URL initiëren gegevens aanleveren.
Je hebt nu toegang tot de verdere Platform-instellingen die automatisch worden aangemaakt zoals: Client ID, Deployment ID, Issuer, Toegangstoken-URL, Verificatie-URL, Openbare sleutelset-URL.
Deze gegevens deel je met de externe tool waarvan je content gaat afspelen in aNewSpring zodat de LTI configuratie verder kan worden ingesteld aan de kant van het externe platform en het aanmaken van de LTI configuratie kan worden afgerond.
Zodra de configuratie is aangemaakt met de juiste data, kan er een beveiligde verbinding worden gemaakt tussen beide platforms.
Je kunt nu verder aan de slag met het inrichten van een externe activiteit in de template waarin je de externe content gaat afspelen.
2) Voeg een externe activiteit toe aan de template
Klik via de tab op achter de template waar je een externe activiteit aan toe wil voegen om content uit een ander systeem af te spelen in aNewSpring.
Klik onder de tab Template open kies hier voor de Externe activiteit. Klik vervolgens op .
3) Selecteer de LTI configuratie
Vul de LTI link in onder Standaard instellingen en zet het vinkje aan bij Deze link wijst naar een LTI tool provider. Vervolgens kun je kiezen of het gaat om een LTI 1.1 koppeling of een LTI 1.3 koppeling. In dit geval kies je voor LTI 1.3.
Na het selecteren van de LTI 1.3 optie, verschijnen er twee velden die je kunt invullen: LTI tool configuratie en Custom parameters:
Bij LTI tool configuratie selecteer je de LTI configuratie die je wilt gebruiken voor deze activiteit. Je vindt hier alle configuraties die de omgevingsbeheerder eerder heeft aangemaakt van de Instellingen pagina van de leeromgeving.
Bij het tonen van de LTI configuraties in het drop-down menu, worden alleen de LTI configuraties getoond van de subomgeving waar de template aan is gekoppeld.
Wil je gebruik maken van custom parameters, dan kun je deze toevoegen in het veld bij Custom parameters.
Heb je meerdere custom parameters? Plaats dan na elke custom parameter een enter, zodat ze onder elkaar worden weergegeven. Gebruik geen komma's om ze te scheiden, maar formuleer ze op deze manier:
CustomParameter1=CodeX
CustomParameter2=CodeY
3) Stel de LTI activiteit verder in
Wat je vervolgens moet instellen is geheel afhankelijk van jouw situatie. Hieronder worden de overige instellingen één voor één toegelicht.
Verstuur de beheerder rol naar de tool provider
In de gegevens die via LTI verstuurd worden staan ook de rollen van de gebruiker. Als je wil dat ook de beheerderrol hierin wordt meegestuurd, vink dan deze optie aan.
Toon 'Verder' pas na afronden
Wanneer deelnemers starten met een activiteit, staat rechtsonder in beeld een 'Verder' knop. Dit kan afleiding geven wanneer de deelnemer bezig is met de activiteit, zeker wanneer dit op een mobiel apparaat gebeurt. Met dit vinkje kun je de 'Verder' knop verbergen tot de LTI activiteit afgerond is.
Maak je gebruik van GoodHabitz?
Het vinkje 'Het afronden van de activiteit is gebaseerd op de voortgang' is speciaal gemaakt voor GoodHabitz gebruikers. Normaal gesproken stuurt de LTI provider alleen een score door. GoodHabitz kan zo ingesteld worden dat ze een voortgang doorsturen. Wanneer de deelnemer dan halverwege stopt, zal er een voortgang van 50% getoond worden in de knop. Zet de grens op een percentage waarop aNewSpring de activiteit als afgerond ziet.
Zet het vinkje Het afronden van de activiteit is gebaseerd op de voortgang niet aan als je in GoodHabitz gebruik maakt van de link die speciaal bedoelt is voor een toets. Dan wordt er namelijk wel een score doorgegeven en geen voortgang. Bij een geslaagde toets stuurt GoodHabitz een score van 1.0 door, bij gezakt 0.0.
Speel af in pop-up
Wanneer je deze optie uitzet, zal de LTI provider zich binnen de activiteit afspelen. Je kunt dan de grootte van het Frame bepalen waarin het wordt afgespeeld. Wanneer je voor percentages kiest, past het zich aan het scherm van de deelnemer aan.
Een consequentie is wel dat LTI die niet in een pop-up afgespeeld wordt, na afronden niet opnieuw gedaan kan worden. Zodra er een score wordt doorgegeven, komt de deelnemer terecht in een resultatenpagina waar de score getoond wordt.
Zet dit vinkje dus aan wanneer de deelnemer ook na het behalen van een score de LTI activiteit nog mag afspelen.
Wanneer het afronden gebaseerd is op de voortgang, dus wanneer je GoodHabitz gebruikt, blijft het mogelijk om de activiteit af te spelen, ook wanneer de activiteit niet in een pop-up afspeelt.
Het is ook mogelijk om een learning journey middels LTI af te spelen die in een andere aNewSpring omgeving is gemaakt. In dat geval raden we aan om de optie 'Speel af in een pop-up' aan te zetten, zodat deelnemers niet verward raken met de dubbele navigatie die ze dan zien.
4) Het tonen van een score en het instellen van een slagingsgrens
In de LTI standaard is bepaald dat er na afronden een score doorgegeven kan worden tussen de 0 en de 1. Komt er een score terug van 0.8, dan interpreteren wij dat als 80%.
Zodra er een score wordt doorgegeven, wordt dit altijd getoond in het resultatenoverzicht.
Wanneer je ook een slagingsgrens wilt instellen, zet dan het vinkje Beoordeling toegestaan aan in combinatie met Eindcijfer wordt los ingevoerd. In het onderstaande voorbeeld staat de slagingsgrens op 80% en krijgt de activiteit de status 'Geslaagd' wanneer er een score van 0.8 wordt doorgestuurd.
Stel dat de deelnemer de LTI activiteit nogmaals doorloopt en een nieuwe score behaalt, dan wordt de vorige score geüpdatet naar de nieuwe score. Hierdoor kan een activiteit die eerst de status 'Gezakt' had, ook veranderen naar 'Geslaagd' en andersom. Het vinkje Activiteit kan herbeoordeeld worden heeft hier verder geen invloed op.